Begin met het weken van de saffraan. Doe de pluk saffraan in een schaaltje of glas met een beetje water. Je kunt de saffraan al de avond van tevoren klaar zetten, dan wordt de kleur nog intenser. Heb je niet zoveel tijd dan is 30 minuten ook genoeg.
Zet een grote pan op het vuur en maak hier de groentebouillon in klaar. Ik gebruik vaak maar 1 bouillonblokje op 1 liter water.
Schil en snipper de sjalotten. Maak de knoflook schoon.
Verwarm in een pan met dikke bodem een scheut olie en fruit hier de ui in aan. Bak de knoflook even kort mee.
Voeg dan de rijst toe. Je ziet op de korrel een licht wit puntje, hoe langer je de rijst meebakt, hoe duidelijker dit puntje zichtbaar wordt. Dit betekent dat de rijstkorrel nu klaar is om het vocht op te gaan nemen.
Blus de rijst af met een scheut witte wijn. Laat zo’n 5 minuten pruttelen.
Voeg dan het water mét de saffraan toe en schep dan een lepel of 3 a 4 bouillon in de pan. Voeg ook de gedroogde rozemarijn toe. Zet het vuur laag. Breng de risotto rijst aan de kook.
Zorg dat de rijst net onder water staat en laat de bouillon aan de kook komen. Roer regelmatig door en voeg steeds weer nieuwe bouillon toe, net zo lang tot dat de rijst beetgaar is en de bouillon grotendeels is opgenomen. Laat de rijst zeker niet te gaar worden!
Zet de koekenpan op het vuur en voeg geen vet toe. Leg de plakken spek in de pan en bak ze krokant. Laat afkoelen en verkruimel tot knapperige spekkruimels.
Wanneer de risotto alla Milanese gaar is, schep je nog een flinke klont boter in de pan. Roer deze door en maak de risotto af met de krokante spekkruimels en flink wat Parmezaanse kaas.