Schil en snipper de ui. Maak de paprika schoon en snij in fijne blokjes. Plet de knoflook en verwijder de schil. Snij de peper in kleine stukjes. Schil de gember.
Snij de kipfilet in blokjes.
Verwarm wat olie in de wokpan en fruit hier de ui in aan. Voeg de rode peper toe en pers de knoflook en gember uit boven de pan. Bak mee en voeg dan de kipfilet toe. Bak de kipfilet rondom bruin.
Voeg ook de paprika toe aan de pan. Doe dan de garnalenpasta, komijn, nootmuskaat, korianderpoeder, kaneel, kurkuma, kerrie en sojasaus bij de kip met de groenten en laat 2 a 3 minuten mee bakken. Schep regelmatig om.
Schenk de yoghurt bij de kip en zet het vuur laag. Laat de kip Madras zachtjes pruttelen en indikken.
Snij intussen de uiteinden van de sperzieboontjes en kook deze in een pan met water beetgaar. Kook ook de rijst volgens de aanwijzing op de verpakking of schuif een naanbroodje in de oven.
Schil de appel en snij deze in kleine blokjes. Voeg de appel toe aan de pan met Kip Madras. Laat even meewarmen en zacht worden. Is de saus al te dik geworden, dan kun je een klein beetje water toevoegen.
Snij de lente ui in fijne ringen. Serveer de Kip Madras met zilvervliesrijst of naanbrood en de sperziebonen. Maak het gerecht af met wat fris pittige lente ui!