Doe de spliterwten in een vergiet en spoel ze even af onder de kraan. Daarna kunnen ze in de grote soeppan. Schenk het water hierbij en voeg ook de schouderkarbonade toe. Breng aan de kook en laat zo’n 1 – 1,5 uur koken, tot de spliterwten uit elkaar vallen. Let op; het schuim dat ontstaat op de soep schep je tussentijds steeds weg met een schuimspaan.
Schil en snipper de ui. Maak de knoflook schoon.
Verwijder de uiteinden van de winterpeenl en maak ze met een dunschiller schoon. Snij in blokjes. Schil de buitenste harde laag van de knolselderij af en verwijder de wortels. Snij ook in blokjes.
Snij de prei in ringen en was deze in een vergiet.
Schep de schouderkarbonade uit de pan en snij in fijne stukjes. Kijk uit, heet! Maar laat het vlees niet te lang buiten de soep, dan droogt het uit.
Voeg de winterpeen, knolselderij en prei toe aan de erwtensoep. Schep ook de schouderkarbonade er weer bij. Voeg 1 bouillonblokje toe aan de soep en doe de laurierblaadjes in de pan. Breng weer aan de kook en laat zo’n 30 minuten zachtjes pruttelen.
Verwarm ondertussen een klein koekenpannetje op het vuur en doe hier de spekblokjes in. Olie of boter toevoegen is niet nodig. Bak de spekjes even aan en voeg dan de ui toe, pers de knoflook uit boven de pan en bak mee tot de spekblokjes krokant zijn.
Snij de rookworst in plakjes. Zijn de groenten in de erwtensoep bijna gaar, dan voeg je de rookworst en de spekblokjes met ui en knoflook toe aan de pan.
Verwijder de laurierblaadjes en breng de soep verder op smaak met wat peper en eventueel nog zout.