Doe het meel en de suiker in de beslagkom en schep goed door elkaar. Kluts de eieren in een kopje of glas. Voeg de boter toe aan het meel en doe ook 2/3 van het ei erbij. Kneed met je handen tot een deegbal en zet in de koelkast voor 30 minuten.
Schil de appels en verwijder het klokhuis en snij in kleine blokjes. Doe de appelstukjes in een grote kom, voeg de rozijnen en kaneel hierbij en schep goed door.
Haal het deeg uit de koelkast en bestuif je werkblad met bloem. Gebruik 2/3 van het deeg voor de bodem en zijkanten van de taart, leg dit deeg op het werkblad en rol met een deegroller uit tot 3 mm.
Vet de springvorm in en bekleed met het deeg. Zorg dat ook de zijkanten voldoende hoog bekleed zijn. Bestrooi de bodem van de taart met de havermout. Het appel/kaneel mengsel kan nu in de taart.
Rol het laatste deeg nu ook uit tot een dikte van 3 mm en snijd lange repen van het deeg. Leg de deegreepjes kruislings over de taart en smeer ze in met het restant van het eimengsel.
Schuif de taart de oven in en laat in 40 minuten goudbruin worden.